maandag 16 februari 2015


De adem reguleert de emotie

Ik was een temperamentvol kind. .Het leven moest  gaan zoals ik had bedacht en zo niet dan kon de wereld rekenen op mijn destructie. Zo bezat ik op den duur geen poppen meer maar slechts hun onderdelen: hoofdjes, rompjes, armen en benen die ik in een driftaanval had uitgerukt en ongezien verdwenen onder mijn bed.   
Wanneer ik weer zo'n aanval had werd ik door een van mijn oudere broers bij kop en kont gepakt en niet op de gang gezet, maar als schippersdochter, in de stuurhut.  “Tel jij maar eens rustig tot tien!” was dan de opdracht.
Waarom ik tot tien moest tellen had ik als vierjarige nog geen notie van. Nu vijfenvijftig jaar later dringt de betekenis daarvan werkelijk tot mij door. Ga maar eens rustig tot tien tellen: een, en een korte pauze volgt waarin ingeademd wordt, voor de volgende tel .  De adem wordt tot rust gebracht en de emotie gaat onmiddellijk liggen. Dat gebeurde vijfenvijftig jaar geleden niet. Ik bleef  krijsen en stampvoeten tot ik geen stem meer over had.   Dit soort emoties heb ik sinds de pubertijd wel leren bedwingen. Ik wilde immers door de omgeving worden geaccepteerd en had ondervonden dat driftaanvallen zorgde voor uitsluiting. Een aantal kinderen was zelfs verboden om met mij te spelen omdat ik effectief kon krabben en bijten.
Ik leerde mijzelf een variant op het tot tien tellen:  diep zuchten!  Wanneer ongeduld of irritatie de kop op stak nam ik een diepe adem teug, waardoor ik de expressie van de irritatie kon beheersen. Des al niet te min bleef de irritatie als een  kwelduivel  nog sarren in mijn hoofd. Hoewel ik moedwillig niets stuk wilde  maken kon het toch dat ik dan iets omstootte  of een kopje liet vallen. Afwassen klonk in zo’n gemoedsstemming als een verbouwing.  Aan het bereiden van een maaltijd moest ik me dan ook niet wagen omdat de subtiele verhoudingen die een smakelijke maaltijd nodig heeft, zoek zijn.
De  ervaring met het tot tien tellen en de diepe zucht  deed mij al vermoeden dat de adem van meer betekenis  is dan de  opname van zuurstof om het leven gaande te houden. 
Een half jaar geleden werd ik  door  een collega uitgenodigd voor een workshop: “Je adem als instrument”   De aanleiding was dat ik hem vertelde dat ik vaak zo moe ben. Na drieën voelde  ik me meestal als een uitgewrongen dweil. Dat betekende dat de gerichte aandacht, die ik nodig heb in mijn vak als geestelijk verzorger, verdween.  De aloude  irritaties kwamen weer op waardoor ik minder geduld had  met het lijden van de mensen die ik voor me had.  Misschien moest ik een ander vak kiezen? bedacht ik vertwijfeld.
Mijn collega vertelde dat bewust aandacht voor de adem, door eenvoudige ademtechnieken,  juist effectief is in de klachten die ik beschreef.   In deze workshop zou  ook een illustratie  worden gegeven van wat praktische ademtechnieken.  Ik werd al moe van de gedachte: moest ik dan in mijn dagelijks leven weer oefeningen doen?  Mijn bordje was al zo vol. Maar oké, het was maar 7.50 en de locatie was dichtbij.
De enthousiaste teacher Gaurav Gaur, vertelde met veel humor over de betekenis van de adem en jawel al mijn klachten passeerde de revue. Mijn 7.50 was geen weggegooid geld ik genoot in ieder geval van een middagje entertainment. Maar zou een gerichte aandacht voor de ademhaling, mijn klachten als sneeuw voor de zon laten verdwijnen? vroeg ik mij af. Ik ging pas op het puntje van mijn stoel zitten toen hij vertelde dat de adem de emoties kan reguleren.  Ik moest erkennen  dat we bij de vreugde, verdriet, angst en boosheid  een andere ademhaling hebben. Tot dusver bedacht ik dat de wisselende ademhaling het gevolg was van de emotie. Maar wat  betrekkelijk nieuw leek  was dat je de emotie kan reguleren door de adem. Vaker proberen we een emotie te beheersen door erover te denken, maar hier is het vertrekpunt de adem. Verander de ademhaling en de emotie veranderd. Zo eenvoudig is het dus!  De logica van het tot tien tellen en de betekenis van de diepe zucht werd in mijn gedachten weer actueel.
Ik ben  sinds de lezing van Guarav, inmiddels een half jaar verder.  Door het herhaaldelijk doen van de oefeningen ben ik overtuigd van de kracht van de ademhaling technieken.  Die overigens net zo makkelijk geïntegreerd zijn in mijn dagelijks leven als tandenpoetsen.  Mijn bordje met taken is in mij leven nog net zo vol, zo niet voller, maar alle taken ervaar ik als minder zware kost.
Het temperamentvolle kind van weleer huist nog steeds in mij,  maar  juist door de adem (en niet door erover te denken) kan ik opkomende irritaties relativeren. Mijn leven is er beslist vreugdevoller en energieker op geworden. Dit gun ik iedereen!
Gaurav geeft weer een introductie en wel op zondag 22 Februari 2015  van 11.00-13.00 uur. Locatie:  S V Olympia, Henk van Turnhoutpad 1 in Haarlem. Het kan je de kop niet kosten de bijdrage die van je wordt gevraagd is 7.50. (zie ook: www.artofliving.org )
 
 


 

donderdag 5 februari 2015


“Mijn gedachten zijn als vluchtende vogels…”

“Ken ik u?” vraagt ze.
Ik herinner haar er aan dat ik eerder gesprekken met haar heb gehad.
“Ach ja, ergens komt u mij bekent voor. Maar waar we het over hadden moet u mij niet vragen. Tegenwoordig zijn mijn gedachten als vluchtende vogels…” Dan is het stil.

“Ik kan er mijn hoofd over breken maar het heeft geen zin om ze achter na te gaan. Ze zijn verdwenen in de blauwe lucht. Ver weg!
Er gebeuren hier vreemde dingen. Het ene moment staat mijn kopje en mijn glas hiervoor me en het andere moment zijn ze weg of staan ze ergens anders. Ik weet het niet meer…”
“U weet niet hoe ze daar gekomen zijn?”
Ze knikt. “Ik ben iets kwijt maar ik weet niet  waar ik naar zoek, dat maakt me onzeker. Eerst was het er wel maar het is langzaam verdwenen. ”
“Uw gedachten?”
“Nee dat bedoel ik niet. Ik weet niet hoe het kopje en het glas verplaats zijn. Heeft u dat gedaan?”
“Nee, ik denk dat iemand anders dat heeft gedaan.  Als u mij dit verteld moet ik  denken aan een puzzel waarvan plotseling puzzelstukjes ontbreken waardoor u het niet meer passend kan maken in uw hoofd.”
Een moment kijkt ze me aan. “Ja zo is het, precies. Maar misschien moet ik niet alles meer willen weten. Ik moet accepteren dat niet op alles een antwoord is te vinden, wanneer ik daar mijn hoofd over breek wordt ik hor en dol.”
“Is het leven misschien een mysterie?”
Weer kijkt ze me aan maar haar blik is nu scherper. “Wat een onzin, hoe komt u daar nu bij. Het leven is helemaal geen…hoe zei u…?  Nee ik vergeet tegenwoordig gewoon alles en dat komt omdat ik die ziekte heb in mijn hoofd die veel oude mensen hebben.  Hoe heet dat ook al weer?”